De manier waarop we met dieren omgaan, is sterk beïnvloed door de overheersende wereldvisie dat dieren dankzij goddelijke voorbestemming slechts bestaan ten behoeve van de mens. Onder dit adagium worden dieren als nooit tevoren massaal gebruikt louter en alleen voor het (financiële) gewin en wordt dit aanmatigend een voorbeeld voor de wereld genoemd.
De Wet dieren hanteert welzijnsnormen die berusten op de vijf vrijheden van Brambell, waarbij de afwezigheid van dorst, honger, stress, pijn, ziekte, angst en de vrijheid om normaal gedrag te vertonen als criteria worden genomen. Hoewel dit inmiddels als onvoldoende wordt beschouwd, wordt zelfs hieraan in de intensieve veehouderij niet voldaan. Dankzij de toegevoegde zin: “voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd”, blijft er weinig over van enige bescherming.
Met dank aan de KNMvD voor toestemming tot plaatsing van het TvD* artikel op onze site.
* Tijdschrift voor Diergeneeskunde.