Caring Vets werd uitgenodigd om op donderdag 13 juni een middag onderwijs te verzorgen voor vijfdejaars studenten diergeneeskunde. Binnen anderhalve week werd een inspirerend programma samengesteld met gastsprekers die in de collegezaal Paard op de faculteit hun unieke perspectieven en inzichten deelden over dieren houden en dierenwelzijn en de verantwoordelijkheid van dierenartsen in deze context. Het thema “Durf Denken”, gebaseerd op de slogan van de Universiteit Gent, benadrukt kritisch en onafhankelijk denken. Het doel van de middag was om studenten te inspireren en te motiveren om kritisch te denken in hun toekomstige carrière.
Naast Adriaan Antonis (docent landbouwhuisdieren aan de faculteit) die de middag introduceerde en begeleidde, spraken achtereenvolgens Arabella Burgers (dierenarts gezelschapsdieren, oprichter en bestuur Caring Vets) en Anna Pijpers (paardenarts, bestuur Caring Vets), Bas Rodenburg (hoogleraar dierenwelzijn), Karin Schraa (paardenhoudster Hit Aktiv), Wytze Nauta (melkveehouder), Kees Scheepens (Dierenarts, ‘varkensfluisteraar’, boer) en Ruud Zanders (pluimveehouder, Kipster) over het houden van dieren, dierenwelzijn en dierenartsen.
De middag werd afgesloten met een paneldiscussie met de sprekers, waarbij de studenten goede vragen aan de sprekers stelden over hun presentaties en de onderwerpen in het algemeen. Bestuurslid Frederieke Schouten (dierenarts, bestuur Caring Vets) moedigde de studenten aan om vooral uit te spreken wat ze vinden, omdat je er dan pas achter komt dat een groot deel van de mensen het met je eens is.
Durf denken, durf spreken, durf handelen. Dare to care!
Dank aan de faculteit diergeneeskunde, de sprekers en de studenten voor deze mooie middag.
Onder de foto’s meer inhoudelijke info over de presentaties.
Adriaan Antonis, deelde zijn ervaringen en uitdagingen in de dierenartsenpraktijk. Hij benadrukte het belang van veranderingen in de benadering van dierenwelzijn binnen academische opleidingen en de verantwoordelijkheid van dierenartsen om dit welzijn te verbeteren. Hij gaf het woord aan Arabella Burgers van Caring Vets, met de boodschap dat hij hoopte dat de studenten geïnspireerd zouden worden door de gedeelde verhalen en inzichten. Antonis benadrukte het belang van de maatschappelijke discussie over dierenwelzijn en de cruciale rol van nieuwe dierenartsen hierin.
Arabella Burgers, dierenarts en oprichter van Caring Vets, deelde haar inzichten met betrekking tot dierenwelzijn in de veehouderij. Tijdens haar studie diergeneeskunde met differentiatie landbouwhuisdierenarts merkte ze snel dat het welzijn van dieren in de veehouderij vaak ondergeschikt is aan economische belangen en efficiëntie. De focus voor dierenartsen in de intensieve veehouderij ligt vaak op productieoptimalisatie in plaats van het welzijn van individuele dieren. Dit vond ze moeilijk te accepteren. In 2016 werd protest van boerinnen tegen een motie om kalf en koe langer bij elkaar te houden gesteund door dierenartsen. Dit motiveerde haar om een opiniestuk te schrijven in het NRC, waarin ze een kritische blik op huidige productiesystemen wierp en dierenartsen opriep tot een grotere focus op dierenwelzijn. Naar aanleiding van dit stuk zochten vele gelijkgestemde collega’s contact met haar. Dit was het begin van dierenartsenvereniging Caring Vets, een organisatie die streeft naar een transitie naar diervriendelijke veehouderijpraktijken. Burgers benadrukt dat dierenwelzijn vaak structureel wordt geschonden vanwege financiële en economische belangen. Ze pleit voor een herziening van de intensieve veehouderij en wijst op de noodzaak van maatschappelijke discussie en samenwerking om duurzame, diervriendelijke productiemethoden te ontwikkelen. Daarnaast benadrukt ze de noodzaak om intensieve veehouderij in opkomende landen te ontmoedigen en om over te schakelen naar duurzamere, diervriendelijkere methoden.
Anna Pijpers, paardenarts en Caring Vets-bestuurslid, vertelde vervolgens over wat Caring Vets in de afgelopen jaren heeft bereikt en hoe de media en politiek de organisatie benaderen voor vragen en informatie op het gebied van dierenwelzijn. De vereniging werkt samen met Caring Farmers en Caring Doctors en heeft met deze zusterorganisaties de Caring Movement opgericht. Jaarlijks organiseren zij het Caring Congres, dat dit jaar gepland is op 19 oktober in Utrecht.
Bas Rodenburg, hoogleraar dierenwelzijn, gaf een presentatie over dierwaardige veehouderij en dierenwelzijn in de politiek. In 2021 publiceerde de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een zienswijze over de randvoorwaarden voor dierwaardige veehouderij. Dit houdt in dat naast zorg, de intrinsieke waarde van het dier gerespecteerd moet worden en natuurlijk gedrag uitgevoerd moet kunnen worden, zodat de dieren een positieve staat van welzijn kunnen ervaren. De vijf vrijheden van Brambell uit de jaren 60, die dienden als basis voor dierenwelzijn, zijn in de loop der jaren geëvolueerd naar een meer dynamisch welzijnsconcept. Dit nieuwe model, gebaseerd op de vijf domeinen van Mellor en collega’s, richt zich naast goede voeding, omgeving, gezondheid en gedrag, op de emotionele toestand van dieren. Hierbij wordt uitgegaan van de definitie dat een dier goed welzijn heeft als het zich aan kan passen aan de omstandigheden in zijn omgeving om een toestand te bereiken die het dier zelf als positief ervaart. De voorwaarden voor dierwaardige veehouderij van de RDA sluiten aan bij deze vijf domeinen en gaan uit van de intrinsieke waarde van dieren. In 2023 werden de traditionele vijf vrijheden vervangen door zes nieuwe principes in de wet. Dit wettelijk kader streeft naar een meer dierwaardige veehouderij. De implementatie van deze principes zal verder worden uitgewerkt in samenwerking met verschillende sectoren en stakeholders. Hoewel het kabinet viel, blijven de zes principes een wettelijk kader vormen. Het streven is dat Nederland zich richt op een dierwaardige veehouderij, waarbij dierenwelzijn even zwaar weegt als andere duurzaamheidsaspecten. Dit vereist samenwerking tussen overheid, banken, retail, markt en veehouders om gezamenlijke stappen te zetten naar een duurzamere toekomst voor dieren in de veehouderij.
Karin Schraa runt pensionstal Schraa en houdt zich dagelijks bezig met paardenhouderij en paardenwelzijn. De uitgangspunten die ze hanteert zijn: paarden moeten bewegen, sociaal en fysiek contact nodig hebben en mogen niet langer dan 6 uur zonder ruwvoer staan. Zaken waar in de reguliere paardenhouderij lang niet altijd aan voldaan wordt. Om aan deze behoeften te voldoen, heeft Karin de paarden uit de boxen gehaald en haar bedrijf omgezet naar het HIT-Aktiv Systeem, een Duits concept dat al 18 jaar bestaat. Dit systeem voorziet in de basisbehoeften van paarden door de mogelijkheid tot sociaal contact, beweging en doorlopende voedselvoorziening. De paarden van Karin Schraa lopen het hele jaar door 24/7 buiten in een groot gebied met verharde paden en droge delen met zand waar ze vrij kunnen bewegen. De paarden hebben een ruime loopstal en acht ruwvoerstations tot hun beschikking en een krachtvoerstation waar, gereguleerd door een chip in een halsband, bepaald wordt wanneer en hoelang elk paard mag eten. Op die manier kan individueel ingesteld worden wat elk paard nodig heeft. Dit systeem heeft naast de voordelen voor paardenwelzijn ook het voordeel dat het minder arbeidsintensief is dan paarden in boxen.
Wytze Nauta gaf een presentatie over zijn ervaringen en inzichten als melkveehouder, met een focus op biologische landbouw en duurzame veehouderij. Hij besprak de verschillen tussen gangbare en biologische landbouwmethoden, waarbij hij benadrukte dat biologische boeren meer aandacht besteden aan bodemgezondheid en dierwelzijn. Nauta benadrukte het belang van een holistische kijk op landbouw, waarbij niet alleen de dieren, maar ook de bodem en het hele ecosysteem worden betrokken. Hij gaf voorbeelden van hoe biologische veehouders omgaan met zaken als jongvee, de gezondheid van de dieren en het gebruik van natuurlijke materialen en methoden. Daarnaast sprak hij over de uitdagingen die biologische boeren tegenkomen, zoals economische druk en melkproductie zonder het welzijn van de dieren te schaden. Hij besprak ook de verschillen in bedrijfsvoering en de moeilijkheden die komen kijken bij het fokken van dieren die goed passen binnen een biologische bedrijfsvoering. Dit is een onderwerp waar de reguliere fokkerij nog niets mee doet en tot op heden ook niets van wil weten. Tot slot benadrukte Nauta de noodzaak van bewustwording en aanpassing binnen de landbouwsector, zowel voor de boeren als voor de diergeneeskundige professionals, om te zorgen voor duurzame en ethisch verantwoorde landbouwpraktijken.
Kees Scheepens, beter bekend als de “varkensfluisteraar”, gaf een presentatie over zijn ervaring en visie als dierenarts en boer. Hij vertelde hoe hij opgroeide in een familie van dierenartsen en boeren en al op jonge leeftijd betrokken raakte bij de zorg voor dieren. In zijn lezing legde hij de nadruk op het belang van compassie en het verminderen van stress in de veehouderij. Scheepens sprak over de varkenspest van 1997, waarbij de praktijk waar hij werkzaam was meer dan 130.000 pasgeboren biggen moest euthanaseren, en hoe deze ervaring hem ertoe zette om uit de reguliere varkenspraktijk te stappen. Hij besloot zich te richten op het welzijn van de dieren en de gedragsaspecten van varkens, in plaats van enkel op economische efficiëntie. Scheepens benadrukte dat varkens, wanneer ze de kans krijgen, veel tijd besteden aan natuurlijk gedrag zoals zoelen, ten behoeve van thermoregulatie omdat varkens niet kunnen zweten, en wroeten, beide essentieel voor hun welzijn. Hij besprak ook de schadelijke effecten van intensieve veehouderij, zoals milieuvervuiling en gezondheids- en welzijnsproblemen voor de dieren, en pleitte voor duurzamere praktijken. De ervaringen en kennis van Scheepens leidden tot de ontwikkeling van Pigster, een stal waarin varkens in een omgeving kunnen leven waar ze hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Dit is niet alleen milieuvriendelijker, maar vermindert ook het risico op stalbranden ten gevolge van luchtwassers. Daarnaast bekritiseerde hij de gangbare methode van CO2-bedwelming in slachthuizen en riep op tot meer humane methoden. Scheepens sloot af met een oproep tot compassie en duurzaamheid in de veehouderij, waarbij hij benadrukte dat dierenartsen en boeren een verantwoordelijkheid hebben om het welzijn van dieren en de impact op het milieu serieus te nemen en studenten goed moeten nadenken over wat ze voor het dier kunnen betekenen.
Ruud Zanders, pluimveehouder & medeoprichter van Kipster, begon met zijn persoonlijke achtergrond, waarbij hij vertelde hoe bij zijn moeder thuis een varken achter een hekje aan het einde van de tafel in de keuken stond. Dit varken werd gevoed met restjes en groenteafval om uiteindelijk zelf opgegeten te worden, eigenlijk al circulaire landbouw in het klein. Zijn verhaal vervolgde met de geschiedenis van de pluimvee-industrie en zijn eigen ervaring als pluimveehouder. Hij benadrukte hoe hij met verschillende mensen sprak om dingen anders te gaan doen. Zijn inzichten werden verrijkt door gesprekken met Afrikanen, die hem de ogen openden toen zij vertelden dat het efficiënter is om goede granen direct aan mensen te voeden in plaats van aan dieren. Ruud verdiepte zich in het proefschrift van Imke de Boer en Hanna van Zanten over voedselvisie, waarin directe en indirecte voedselcompetitie tussen mens en dier werd besproken. Hij benadrukte dat als iedereen op aarde zou eten zoals wij in het Westen doen, we 3,5 wereldbollen zouden nodig hebben. De ontwikkeling van Kipster kwam ter sprake, samen met zijn partners Maurits, Olivier en Stijn. Een diervriendelijkere manier van kippen houden, hoewel Ruud ook zelf vindt dat grote aantallen dieren houden voor commerciële doeleinden altijd het welzijn van de dieren tekortdoet, hoe goed je het ook probeert. Ruud sprak over zijn persoonlijke ontwikkeling en dat hij na een cursus over het gevoelsleven en de intelligentie van kippen ontdekte dat hij eigenlijk heel weinig wist over kippen, behalve hoe ze te houden. Hij deelde ook details over een proef met rechtop vangen, waarbij de helft van de stal traditioneel aan de poten werd gevangen en de andere helft volgens de rechtop-methode, en dat het duidelijk was welke methode het diervriendelijkst was. Hij legde de nadruk op het belang dat zijn dierenarts zich uitsluitend richt op het welzijn van de dieren, los van financiële overwegingen. Ter afsluiting stelde hij de belangrijke vraag aan de studenten of de dieren wel op de eerste plaats staan en betoogde dat iedereen, inclusief dierenartsen, een rol speelt in de voedseltransitie.