Terugblik op het Caring Congres
We kijken terug naar een zeer geslaagd en uitverkocht Caring Congres dat dit jaar het thema dierenwelzijn had. Vier gerenommeerde hoogleraren – Frans de Waal, Roos Vonk, Thijs Kuiken en Imke de Boer – gingen in op de bredere betekenis van dierenwelzijn en benadrukten daarbij de kansen die verbetering van dierenwelzijn biedt voor de maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, vervuiling en maatschappelijke ongelijkheid. Hieronder vind je een samenvatting van de verschillende presentaties.
Inleiding
Het congres werd geopend door dagvoorzitter en boerin Inge Vleemingh van de Goedgevulde. Ze opende met een emotioneel betoog over wat dierenwelzijn voor haar als boerin betekent. Daarna gaf ze aan hoe de dieren voor haar onderdeel zijn van onze samenleving en dat het belangrijk is om ook zorg te dragen voor de volgende generaties.
Samen met de voorzitters van Caring Farmers en Caring Vets – Ruud Zanders en Arabella Burgers – werd gesproken over de doelen van vandaag en de dromen voor de toekomst. De hoop werd uitgesproken dat de sprekers nieuwe inzichten zouden presenteren waarmee de deelnemers geïnspireerd en geactiveerd naar huis gaan.
Emoties van dieren – Frans de Waal
Frans neemt ons mee door de geschiedenis van het onderzoek naar intelligentie en emoties bij dieren. Tot de jaren 50 van de vorige eeuw Skinner (1904 – 1990) was er geen issue over emoties bij dieren, men ging ervan uit dat die aanwezig waren. Daarna kwam met het onderzoek van Skinner c.s. (behavioristen) de houding dat men geen menselijke eigenschappen, waaronder emotie en gevoel, aan dieren toe moest dichten.
Tot een paar jaar geleden moest het lachen van een chimpanseekind dat gekieteld werd nog worden beschreven worden als ‘gevocaliseerd gehijg’.
Na vele jaren onderzoek is één ding zeker: alle dieren hebben emoties en kunnen lijden. Ze hebben dat nodig om te overleven en om samen te leven. Net zoals bij mensen is het bij dieren moeilijk te bepalen hoe ze zich precies voelen, het is moeilijk te meten en bepalen.
Frans de Waal presenteert een kleine en sprekende selectie uit alle onderzoeken die gedaan zijn op het gebied van emoties bij dieren. Ze laten zien dat eerdere aannames over emoties en communicatie niet correct zijn.
Zo ging men er lang van uit dat mensen de meeste emoties hadden omdat we meeste spieren in ons gezicht zouden hebben om emoties te tonen. Uit sectie van koppen van mensapen blijkt dat niet waar te zijn, chimpansees hebben dezelfde gezichts spieren als mensen.
Ook is aangetoond dat behalve mensapen en mensen ook olifanten zichzelf in een spiegel kunnen herkennen.
Ook zijn olifanten in staat om te herkennen dat een soortgenoot een probleem heeft en deze vervolgens te helpen. Hiervoor moet je empathie hebben.
Er werd een onderzoek gepresenteerd bij ratten. Dit zijn dieren waarvan wij niet aan de gezichtsuitdrukking kunnen zien welke emotie ze hebben. De proefopstelling was als volgt. Op een glazen afsluitbare kooi werden 2 foto’s geplakt. Aan de ene kant de kop van een bange rat (bang gemaakt door een kat te laten zien en ruiken). Aan de andere kant van de kooi werd de kop geplakt van een rat die rustig was. De ratten die in het glazen kooitje gezet warden gingen steeds bij de “rustige” rat zitten. Ook al ziet de onderzoeker geen verschil tussen de rattengezichten, de ratten zelf kunnen wel een angst of rust gezicht differentiëren.
Daarbij komt dat we meestal niet bekend zijn met de verschillende communicatiemethodes van de dieren. Ze tonen hun emoties door kleur te veranderen (octopus), door hun geur te veranderen of door geluiden te produceren die wij niet kunnen waarnemen (het voorbeeld van de lachende rat die gekieteld wordt)
Uit deze en andere experimenten blijkt dat de mens in het dagelijks leven niet in staat is om waar te nemen wat dieren voelen, denken of ervaren.
Na vele jaren in dit veld gewerkt te hebben durft Frans de Waal uit te spreken dat alle gewervelde dieren emoties hebben.
Wat betekent dit voor onze omgang met dieren nu we dit weten?
Wat kunnen we veranderen om recht te doen aan de intrinsieke waarden van de dieren die we houden?
Empathie voor Dieren – Roos Vonk
De ene mens heeft meer oog voor de emoties van een dier of mens dan de ander. Dat is deels aangeleerd, deels genetisch, en valt te trainen, betoogt Roos Vonk.
Empathie met dieren komt bij sommige groepen (links, vrouw) gemiddeld meer voor dan bij anderen (rechts, man) en is gecorreleerd aan de hoeveel empathie we hebben voor andere groepen mensen. Meer aandacht voor empathie met dieren in de opvoeding en opleiding, kan leiden tot een socialere samenleving.
Meer empathie met dieren kan ook financieel voordelig zijn.
Onderzoek laat zien dat veehouders met meer empathie voor hun dieren, een hoger dierenwelzijnsniveau bereiken in hun stallen en een hogere melkgift bij de koeien bereiken.
Dierenartsen met meer empathie hebben een betere pijnherkenning.
Roos Vonk gaat ook in op het toekennen van menselijke emoties aan dieren. Dat leidt zowel bij boeren als dierenbeschermers soms tot vreemde tafrelen. Denk hierbij aan een boer die een foto post van een zeug met biggen op beton en opmerkt dat zijn dieren in een hotel leven. Of aan dierenliefhebbers die dieren kleren aan geven en vertroetelen op een manier die niet past bij de behoeften van dat dier.
Ze pleit er daarom voor om bij de uitvoering van de wet dieren de wetenschap te volgen en niet onze emoties. Kijk naar het natuurlijke gedrag van het dier in het wild en hou daar rekening mee bij de huisvesting. De ruimte, de mogelijkheid van fourageergedrag en de groepsgrootte van het dier in de stallen zou moeten worden aangepast aan deze basale behoeften van het dier. Dat zou de basis moeten zijn van de Wet Dieren en onze veehouderij.
Infectieziekten en dieren – Thijs Kuiken
De laatste 30 jaar komen infectieziekten steeds meer voor. Dat komt doordat we meer dieren houden, dieren meer verplaatsen (vee en illegale handel) en we ongerepte natuurgebieden steeds meer verstoren.
Het is niet de vraag of maar wanneer we weer te maken gaan krijgen met een pandemie. Als wetenschapper is hij steeds meer geneigd zich activistisch op te stellen omdat er onvoldoende geluisterd wordt door beleidsmakers.
De veehouderij heeft wereldwijd een grote impact op de dieren, de natuur en het klimaat. Voor de mens neemt het zoönotische risico toe.
Een aantal zoönosen zoals Nipah en Sars zijnsnel onder controle gekomen. Andere infectieziekten zijn pandemieën geworden; Covid en de vogelgriep.
De meest voorkomende aviaire influenza variant is ontstaan in de Chinese pluimveehouderij en is nog steeds actief. Afgelopen winter was de grootste uitbraak tot nog toe. Steeds meer vogels, wild of in gevangenschap, sterven of worden geruimd. De potentie van deze variant om over te slaan op mensen is groot en zou daarmee de volgende pandemie kunnen veroorzaken.
De kosten van infectieziekten nemen exponentieel toe. De kosten die tot nu toe voor de Covid pandemie gemaakt zijn, zijn vele malen groter dan van alle andere pandemieën tot 2019.
Een eenvoudige tool om het risico op een volgende uitbraak te verkleinen is een decimering van het aantal dieren en een drastische vermindering van diertransporten. Deze visie wordt gedeeld door veel wetenschappers en wordt inmiddels ook erkend door overheden. Actie is urgent.
Voedselproductie en dieren – Imke de Boer
“Als ik in mijn moestuin bezig ben, krijg ik zo’n respect voor boeren! Vooral voor de duurzame boeren die zonder chemie toch een goede oogst weten te produceren. Het is vakwerk!”
De Rockefeller Foundation heeft een prijsvraag uitgeschreven met de opdracht; schrijf een visie op sustainable landbouw in 2050. Uit de 1300 inzendingen vanuit de hele wereld, was Imke de Boer met haar collega Evelien de Olde één van de tien prijswinnaars, de enige inzending uit Europa die een prijs won.
Imke legt vol passie haar Reroot our Food visie uit: “ons huidige voedselsysteem moet op de schop, want het belast het milieu te veel. Denk aan vervuiling van water door het gebruik van pesticiden en het verlies aan biodiversiteit. Samen met boeren en natuurorganisaties schetsten we een streefbeeld voor 2050: een voedselsysteem dat gezond, natuurinclusief en circulair is”.
We zullen dan ook heel anders gaan eten en daar worden we gezonder van! Nu geven we jaarlijks 6 miljard uit aan voedings gerelateerde ziekten als overgewicht, diabetes en hart en vaatziekten. Dierlijk eten blijft er wel bij horen, maar veel minder dan nu. Maximaal 22 gram per dag dierlijk eiwit komt neer op af en toe een ei, glas melk of stukje vlees.
Dit betekent een hele andere rol voor de dierhouderij. We houden alleen dieren als we er locaal voer voor hebben. Dat voer bestaat enkel uit gras en reststromen zoals onvermijdbaar huishoudelijk afval. De hoeveelheid reststromen en gras bepaalt dan de hoeveelheid dieren. In 2050 houden we varkens, dubbeldoelkippen en dubbeldoel koeien die een rol hebben in natuurbeheer, bemesten of anders.
Maar ook de akkerbouw, visserij, groente en fruitproductie wordt anders. Er komen meer boeren, burgers zijn veel meer betrokken bij hun eten en landbouw en natuur lopen naadloos in elkaar over.
Voor deze transitie hebben we een betrouwbare overheid nodig!
Een gezamenlijke boodschap aan Den Haag:
De dag werd afgesloten met een gezamenlijke oproep aan Den Haag om de Wet Dieren uit te voeren.
De grote vraag van vandaag is:
Waarom passen we dieren aan aan het systeem? Waarom knippen en branden we lichaamsdelen weg voor meer dieren in een hok? Voor een goedkoper stukje vlees op ons bord? Wanneer zijn we daarmee gestart en vooral: wanneer houden we ermee op?
Dat zullen we samen moeten doen.
De boer zal zijn boerderij moeten aanpassen. We gaan allemaal anders eten. En ook jij als winkel, ketenpartner, controleur, dierenarts, reclamemaker en cateraar hebt een rol.
Samen geven we de dieren weer de ruimte. Om te wroeten, te kwispelen, te scharrelen, te grazen.
Dat doen we voor de dieren, voor de planeet en voor onszelf. Een beter leven voor dieren, betekent ook een beter leven voor onszelf!
Daarom hebben wij een dringende oproep voor Den Haag:
VOER DE WET DIEREN UIT
Leuke discussies
Tijdens de discussie konden vragen gesteld worden aan Thijs, Roos, Imke, Arabella en Ruud.
De gevarieerde groep in de zaal met boeren, dierenartsen, beleidmakers, studenten, dierenbeschermers, wetenschappers en journalisten zorgde voor een interessante discussie.
Vanuit enkele dierenartsen werd aangegeven dat ze zich een caring vet voelen maar dat het moeilijk is om daar in hun werkomgeving voor uit te komen. Bij collega’s wordt deze activistische club niet gewaardeerd. Heeft dit te maken met woordkeuze? Is het slim om het leven van dieren in de veehouderij dierenmishandeling te noemen, of zorgt dat voor minder gesprek en meer polarisatie? Praat niet over woorden, maar over het resultaat, komt als advies terug. Want of je het nou slachten, doden of vermoorden noemt, de dieren gaan dood en dat is een feit en geen mening.
We hebben het over empathie met dieren, maar ondertussen lijkt empathie tussen boeren en dierbeschermers ver te zoeken. Daar moeten we oog voor houden en zoeken naar een manier om elkaar wederzijds te begrijpen.
Bedankt
We bedanken alle aanwezigen, de sprekers, Blue City, de Caring Vets en Farmers en dagvoorzitter Inge Vleemingh.
Met dank aan Caring Farmers worden voor deze terugblik.